De hele dag word je geacht om keuzes te maken. Maar ontwikkeling laat zich niet vangen in keuze. Ze ontstaat niet aan de ene of aan de andere kant, maar in de spanning tussen die twee.
Elk mens is verschillend van structuur. Maar elk mens is hetzelfde qua organisatie. De organisatie van een mens is als volgt te duiden: het vermogen tot handelen bepaalt wie we zijn, en het ‘zijn’ bepaalt het vermogen tot handelen en de grens ervan. Het zijn twee aspecten van hetzelfde, gelijktijdige proces. Dat maakt de grenzen oprekbaar en ontwikkeling mogelijk.
De grens van je vermogen (op een bepaald moment) bepaalt je vermogen, maar beïnvloedt die ook weer. Simpeler gezegd zou je kunnen stellen dat je op zoek gaat naar wat kinderen wél kunnen, om van daaruit te kijken wat de volgende (grensverleggende) mogelijkheid zou kunnen worden.
Vanuit welk mensbeeld
Zoals beschreven in ErvaringsGericht Onderwijs; van oriëntatie tot implementatie, is het van belang om in (school)organisaties afstemming te vinden in het mensbeeld (antropologisch beeld). Ook al zijn handelen en zijn één, je mensbeeld bepaalt hoe je het gedrag van de ander ‘leest’ en interpreteert. Competent gedrag wordt onder andere bepaald door de spanning tussen kunnen en durven. Systemen die de spanning eruit halen, doen onrecht aan de wetenschap dat spanning de resultante is van twee aspecten van hetzelfde fenomeen.
Uitdaging en balans
Enerzijds bestaat het organisme bij de gratie dat het wordt uitgedaagd: betrokkenheid. Anderzijds is datzelfde organisme ingesteld om in balans te willen zijn: welbevinden. Er is een afwisselende spanning tussen uitgedaagd willen worden en in balans willen zijn. Hoe soepeler deze twee fenomenen zich vanuit het organisme kunnen vormen, des te vanzelfsprekender kinderen zich ontwikkelen. De vraag is hoeveel ruimte er is om werkelijk te worden uitgedaagd en hoeveel om werkelijk in balans te kunnen komen.
Open ruimte
Moet de leerkracht nu zo veel mogelijk autonomie aan de kinderen verlenen of moet hij een zo goed mogelijk aanbod verzorgen? De (juiste) spanning in die praktijk moet terug. Dat kan in een zogenaamde open ruimte.
Kenmerkend voor een open ruimte, waar welbevinden en betrokkenheid hoog zijn, is dat leerkrachten en leerlingen beiden greep hebben op de manier van werken. De open ruimte is de plaats waar leerlingen en leerkrachten van elkaar kunnen leren, omdat ze binnen en buiten zichzelf ontdekkingen doen.
Als kinderen betrokken zijn op een bepaald onderwerp of bij een activiteit, dan is de uitdaging om ze daarbij betrokken te houden. Zijn ze (nog) niet betrokken, dan is de uitdaging om kinderen ‘in het onderwerp’ te krijgen.
Wijsheid: tussen wetenschapskennis en persoonlijke ervaring
Het traditionele onderwijs richt zich vooral op wetenschapskennis (modus 1): de te toetsen kennis. Van onschatbare waarde, maar onderschat bij wet- en regelgevers, is de ervaringskennis (modus 2): de kennis die zich aandient in zinvolle contexten. De ervaringskennis is moeilijker te beschrijven. Dat maakt het uniek en doet recht aan de complexe eigenheid van mensen. Het vermogen om verstandig te handelen (wijsheid), ontstaat als wetenschapskennis en persoonlijke ervaringen elkaar raken.
Verbinders: tussen evolutionairen en revolutionairen
De evolutie kent zijn eigen ritme en dynamiek. De revolutie verkondigt een ommekeer. De revolutie wordt vrijuit verkondigd door de revolutionairen, maar de evolutie bepaalt, al dan niet beïnvloed door de revolutie, het tempo en het karakter van de veranderingen.
Discussies zoals die óver het onderwijs gevoerd worden, hebben door de eenzijdigheid van de revolutionaire gedachte vaak direct voor- en tegenstanders en daarmee een uiteengaand (divergerend) effect. De conservatieven pakken echter ondanks die verandering terug op hun eigen leerproces, waarbij ze zoveel jaren met zoveel vakken en zoveel tentamens en zoveel moeite en zoveel rijtjes zoveel geleerd hebben.
Er is behoefte aan verbinders die de loop der dingen aanvoelen vanuit de evolutie en die een positieve visie hebben op veranderingsbereidheid.
De grote godsdiensten en veel wetenschappers hebben met elkaar gemeen dat ze divergeren. Je bent voor of tegen. Het is goed of fout. De systemen zijn gebaseerd op selectie. Ook hier staan dualiteit en divergentie een interessante spanning in de weg. Niet selectie, maar co-creatie is de manier om prettig samen te leven. Zij die harmonisch samenleven, overleven het best.
Ecologisch verantwoord onderwijs
Wil je meer weten over de mens als een ‘zichzelf makend wezen, wat lef met onderwijs te maken heeft en welke factoren betrokkenheidsverhogend zijn? Download dan hier het volledige artikel.