Op een dag word je geboren en op een dag ga je weer dood. In de tussentijd is het de kunst om gelukkig te zijn en je optimaal te ontwikkelen. De mens ontwikkelt zijn autonomie (zelfsturing) in relatie met anderen. Wie je bent wordt dus bepaald door wie je in aanleg bent (nature) en andere mensen en de omgeving (nurture). Voor sommige mensen is het in hun omgeving geen vanzelfsprekendheid om ‘zichzelf te (mogen) worden’.
“Wie zou je anders kunnen worden dan jezelf?”
Het onderwijs
Vanaf 1 januari 2013 zijn het primair onderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs verplicht aandacht te besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit. Aandacht voor seksualiteit en seksuele verschillen kan tot een veiliger schoolklimaat leiden. LHBT+ kinderen voelen zich dikwijls onveiliger dan andere leerlingen en worden vaker gepest. Ook zijn er jongeren die te maken hebben met (seksueel) geweld. Deze leerlingen hebben, zoals elk ander kind, recht op een prettige ontwikkeling, op een school waar ze worden geaccepteerd en gerespecteerd.
Ontkoppeling is het probleem, verbondenheid het antwoord
Hoewel het nauwelijks nodig lijkt om de problemen nog te benoemen, is het goed om de oorzaak te zien van alle vormen van buitensluiten. Kinderen die buitengesloten worden, zijn ontkoppeld van de omgeving. Kinderen ervaren zichzelf met hun gevoel en hun gedachten. Dus zullen ze ontkoppeld raken van anderen én van zichzelf.
Verbondenheid is het antwoord op die ontkoppelingen. Daarvoor is het nodig om in instellingen en organisaties onderscheid te maken tussen waarden en normen. Waarden zijn van een hoge orde en niet eenvoudig te realiseren. Interventies kunnen bewust worden ingezet als de gezamenlijk onderschreven waarden expliciet gemaakt zijn. Normen zijn van een relatief lage orde.
Toch gaan veel discussies over de normen en de vormen. Maar een gemeenschap die waardengestuurd is, speelt en werkt met elkaar, en bepaalt steeds samen wat nodig is om niemand buiten te sluiten. Als ‘de ander’ niet als mens of menswaardig wordt gezien, is het makkelijker om hem te vernederen. Het is dan ook van belang om de mens vanuit een vanzelfsprekende diversiteit te benaderen. Ieder mens is gelijkwaardig, maar ook volstrekt uniek. Organisaties en gemeenschappen die vanzelfsprekend uitgaan van diversiteit - en dus ook van seksuele diversiteit - scheppen een klimaat waarin kinderen met elkaar zichzelf kunnen ontwikkelen.
Professionele kwaadheid
Als we uitgaan van de grondwet en de rechten van het kind, én de kerndoelen in het onderwijs, dan hebben we het gedocumenteerd, maar nog niet in praktijk gebracht. De normen in de praktijk zouden waardengestuurd moeten zijn en niet alléén gebaseerd op het wetboek of kerndoelen. Maar de praktijk is genormeerd en ieder mens heeft zijn eigen interpretaties.
Bij fysiek geweld is ingrijpen uiteraard noodzakelijk. Maar net daarvoor wordt een uiterste inspanning gevraagd, waarbij niet alleen de kinderen die onder druk staan worden beschermd. Ook degenen die de druk uitvoeren, kunnen alleen bereikt worden als ze in hun wezen worden erkend. Bij een leraar is de persoon en de professional niet te scheiden. Hij zal dus zelf moeten leren om alle kinderen zonder oordeel te benaderen. Dat is professioneel, maar voor de persoon soms een lastige opgave.
Leraren zouden LHBT-jongeren zélf zonder oordeel tegemoet moeten kunnen treden. Van daaruit kunnen ze de problemen die bij jongeren onderling ontstaan minder snel bekijken vanuit pestprotocollen, maar eerder zien als een pedagogische uitdaging. Pas als elke jongere zich gezien en gehoord voelt, kan hij het perspectief van de ander in gaan nemen.
LHBT+ vanuit de erkenning van diversiteit
Wil je meer weten over de achtergronden van diversiteit en verbondenheid in het onderwijs? Download dan hier het volledige artikel.