Wat leer je?
Inhoud traject
Het traject bestaat uit (minimaal) 4 bijeenkomsten van een dagdeel:
1. Beschouwen & relatie (Onderzoeken en bewust worden)
Tijdens de eerste bijeenkomst de kennismaking met jou in relatie tot de groep centraal. Samen gaan we op onderzoek waar onderwijs en opvoeding voor jou over gaat en wat voor jou niet onderhandelbaar is. Jouw visie leggen we vast in wat wij het pedagogisch statement noemen. Bewust worden en zijn van jouw handelen en het functionele waarom achter dit handelen helpen jou om jezelf als instrument te beschouwen. Pas dan ontstaat de ruimte in het proces om anders te denken, anders te doen en anders te worden. Jij bent slechts leraar en voor kinderen de mogelijkheid om te kunnen groeien. Door te weten welke leraar je wilt zijn lukt het om volledig beschikbaar zijn en zeker te worden over je onzekerheid.
2. Zeker zijn van onzekerheden. (Begrijpen en door ervaringen heen)
De tweede bijeenkomst gaan we specifieker kijken naar de kinderen en wat zij individueel bijdragen aan het collectief binnen de groep. Jouw pedagogisch statement is ondersteunend aan de verwachtingen die je van kinderen hebt en mag hebben als je ieders verhaal kent. Ken je het verhaal van een kind dan zit je aan het kind vast. En dat vastzitten maakt het eenvoudiger om perspectief te gaan nemen, het vermogen om jezelf op de meest levendige manier een voorstelling te maken van de wijze waarop het kind de ‘werkelijkheid’ construeert. Het verhaal en perspectiefname zijn nodig om uiteindelijk achter het gedrag van kinderen te kijken. Tegelijkertijd geven deze inzichten ook nieuwe mogelijkheden om anders te reageren, tactvoller. Je voelt je minder snel handelingsverlegen en durft met zekerheid ervaringen door te gaan.
3. Stevig staan als pedagogisch oplaadpunt (Beschikbaar durven zijn)
Naast gedragsverwachtingen gaan we deze derde bijeenkomst in op de communicatie die naar de groep toe uitgaat en het individuele kind. Zo zal het tactvol handelen naast de pedagogiek uitgebreid worden met de didactiek. Zo zullen ‘tijd, ruimte en criteria’ worden geexpliciteerd en er concreet mee worden geoefend. Vanuit rust, het vertragen en begrijpen van de processen die spelen, reflectie, overzicht & inzicht en routines die werken te blijven herhalen zul je voor kinderen een pedagogisch oplaadpunt zijn. Mentale ruimte wordt vergroot, het intuïtief handelen wordt versterkt en wordt kennis verdiept zodat het handelingsrepertoire verbreed.
4. Beschikbaarheid als (pedagogisch) fundament (Tactvol handelen)
De vierde bijeenkomst worden pedagogisch ondersteunende theorieën verbonden met de dagelijkse onderwijspraktijk. Beschikbaar zijn en intuïtief handelen vraagt een sterke legetimering in waarom de dingen worden gedaan die worden gedaan. Niets is dus meer wezenlijker dan een sterke theorie! Vanuit het sterke (pedagogische) fundament is sturen op autonomie wat centraal staat deze bijeenkomst. Het verlenen van autonomie vraagt om een sterke relatie met de ander, het kind, om in te kunnen schatten hoeveel verantwoordelijkheid het aankan. Met deze laatste stap raak je het hart van wat er toe doet in het onderwijs. Al jouw ervaringen ga je delen met collega’s binnen de school.
Over de begeleider(s)
Ronald Heidanus werkt met hart en ziel in het onderwijs. Na meer dan tien jaar leerkracht in het (voorgezet) speciaal onderwijs te zijn geweest spreidde Ronald zijn vleugels.