Co-teaching op de werkvloer

Over deze coaching

Meekijken, meedraaien, perspectief innemen en (ervarings)kennis inzetten: dat doet docent Ronald tijdens een co-teachingstraject. Hierdoor ontdek je beter welke leraar jij wilt zijn en hoe je volledig beschikbaar kunt zijn voor je leerlingen. Zo word je zeker over je onzekerheid.

Inhoud en aanpak

1 Beschouwen en relatie (onderzoeken en bewust worden)

Tijdens de eerste bijeenkomst staat de kennismaking met jou in relatie tot de groep centraal. Samen gaan we op onderzoek. Waar gaan onderwijs en opvoeding voor jou over? Wat is voor jou niet onderhandelbaar? Jouw visie leggen we vast in een pedagogisch statement. Bewust worden en zijn van jouw handelen en het functionele waarom erachter helpen jou om jezelf als instrument te beschouwen. Pas dan ontstaat de ruimte om anders te denken, anders te doen en anders te worden. Door te weten welke leraar je wilt zijn, lukt het om volledig beschikbaar zijn en zeker te worden over je onzekerheid.

2. Zeker zijn van onzekerheden (begrijpen en door ervaringen heen)

In de tweede bijeenkomst kijken we specifieker kijken naar de leerlingen en wat zij individueel bijdragen aan het collectief. Jouw pedagogisch statement is ondersteunend aan de verwachtingen die je van leerlingen hebt en mag hebben, als je ieders verhaal kent en aan ze vastzit. Dit maakt het eenvoudiger om perspectief te gaan nemen: dan kun je jezelf op de meest levendige manier een voorstelling maken van de hoe ieder kind de ‘werkelijkheid’ construeert. Het verhaal en de ‘perspectiefname’ zijn nodig om uiteindelijk achter het gedrag van kinderen te kijken en mogelijkheden te zien om anders en tactvoller te reageren. Je voelt je minder snel handelingsverlegen en durft met zekerheid ervaringen door te gaan.

3. Stevig staan als pedagogisch oplaadpunt (beschikbaar durven zijn)

In de derde bijeenkomst gaan we in op gedragsverwachtingen en de communicatie naar en met de groep en het individuele kind. We breiden pedagogisch tactvol handelen uit met de didactiek. We maken ‘tijd, ruimte en criteria’ expliciet en oefenen ermee. Rust, vertragen, reflectie, overzicht, inzicht en routines zijn belangrijke ingrediënten om de processen die spelen te begrijpen en een pedagogisch oplaadpunt te kunnen zijn. Je vergroot je mentale ruimte, versterkt je intuïtieve handelen en verdiept je kennis. Zo verbreed je jouw handelingsrepertoire.

4. Beschikbaarheid als (pedagogisch) fundament (tactvol handelen)

In de vierde bijeenkomst verbinden we pedagogisch ondersteunende theorieën met de dagelijkse onderwijspraktijk. Beschikbaar zijn en intuïtief handelen vragen om een sterke legitimering in waarom je de dingen doet die je doet. Niets is dus meer wezenlijk dan een sterke theorie! Vanuit het sterke (pedagogische) fundament, gaan we in op sturen op autonomie. Autonomie verlenen vraagt om een sterke relatie met de ander, pas dan kun je inschatten hoeveel verantwoordelijkheid die aankan. Met deze laatste stap raak je het hart van wat ertoe doet in het onderwijs. Je deelt jouw ervaringen met je collega’s.